Vrijwillige Landstorm
Gerrit Johannes Olthoff uit Lochem meldt zich in 1923 als vrijwilliger bij de vrijwillige Landstorm aan en beloofd tot minimaal december 1924 te dienen .
(Bron: Vrijwillige Landstorm)
De Vrijwillige Landstorm wordt aan het begin van de Eerste Wereldoorlog (1914) opgericht als mannen en jongens zich vrijwillig aanmelden bij het Nederlandse leger voor het verdedigen van ons land. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog wordt de Vrijwillige Landstorm uitgebreid met Buitengewone Vrijwilligers tijdens de socialistische revolutiepoging in Nederland. Deze vrijwilligers vormen samen de Bijzondere Vrijwillige Landstorm (BVL).
In de jaren die volgen is de Vrijwillige Landstorm een maatschappelijk tegengewicht tegen deze revolutionairen vanuit links, zoals de SDAP. Vanaf de jaren 1930 is dit gevaar min of meer geweken en is de Vrijwillige Landstorm een maatschappelijk tegengewicht tegen de nationalisten, zoals de NSB.
Deze organisatie is er om ‘Steun te geven aan het Wettige Gezag’ – de Nederlandse regering – en groeit in 20 jaar tijd tot een organisatie met bijna 100.000 leden. In zo’n 1.300 steden en dorpen is er een afdeling van de Vrijwillige Landstorm. Zij oefenen wekelijks in het schieten met een geweer. Er is een sterk groepsgevoel en jaarlijks worden er landdagen georganiseerd waar 10.000den op afkomen.
De Vrijwillige Landstorm vecht in mei 1940 mee met het Nederlandse leger tegen de binnenvallende troepen van Hitler. Van de 280.000 Nederlandse soldaten, hebben meer dan 42.000 een achtergrond bij de Vrijwillige Landstorm. Honderden vrijwilligers sneuvelen tijdens deze gevechten. Daarna wordt de Vrijwillige Landstorm opgeheven door de Duitse bezetter.