Villa Rozenhof
1902 ♦ Rijksmonument
De Rozenhof werd in 1902 gebouwd op een in 1899 door de familie Calkoen aangekocht perceel aan de weg van Zutphen naar Laren, vlakbij het station Laren-Almen. Het huis vormde het middelpunt van een ruime aanleg met sier- en moestuin met koudekas, een schuur en garage en een wandelpark van bijna drie hectare met oude bomen. De villa is een ontwerp van Hendrik Hermanes Jesse (1860-1943), een veelzijdig architect, die in zijn lange carrière vooral in het westen van het land verantwoordelijk was voor talloze ontwerpen van villa’s en landhuizen, kerken en kantoorgebouwen. Hij wordt beschouwd als één van de belangrijkste architecten uit Leiden, waar zijn bureau gevestigd was. Rond de vorige eeuwwisseling werd in de bouwkunst met veel inspanning gezocht naar nieuwe architectonische vormen. Langzaamaan werd minder teruggegrepen op historische bouwstijlen en werden nieuwe inspiratiebronnen aangeboord. Traditie en vernieuwing gingen hand en hand, waarbij vaak de invloed van de Jugendstil zichtbaar is, één van de jonge decoratieve kunststijlen uit de periode rond 1900. In de vormgeving van villa Rozenhof is deze “overgangsarchitectuur” duidelijk zichtbaar. Historische elementen en details zijn hier op ongebruikelijke en vernieuwende wijze tot een heel eigenzinnig ontwerp samengevoegd. Bijzondere details zijn het uitkragende dakhuis met daaronder een loggia, en de uitgebouwde traptoren tegen de zijgevel. Het huis heeft sinds het vertrek van de familie Calkoen en de veiling in 1910 verschillende functies gehad, onder andere als hotel en dependance van de Zutphense jeugdgevangenis. Tegenwoordig is er een luxe bed and breakfast gevestigd.