Tramstation Gorssel
1926 Gemeentelijk monument
De Tramweg Maatschappij Zutphen-Emmerich, die in 1900 was opgericht en gevestigd in Doetinchem, exploiteerde vanaf 1902 een stoomtramdienst die een groot aantal Achterhoekse dorpen en steden met elkaar verbond. Met de aanleg was op 23 november 1901 begonnen en de feestelijke opening van het eerste, 37 km lange gedeelte van de lijn tussen Zutphen en ’s-Heerenberg vond plaats op 10 september 1902. Pas in 1909 kon het resterende stuk naar het treinstation van Emmerich worden opgeleverd. Na jaren van soebatten over tracékeuze en financiering kon de lijn in 1926 worden verlengd naar Deventer. Het tracé liep via de Mettray en Quatre Bras en de hoofdweg naar Deventer langs Gorssel. Het was in 1926 één van de laatste interlokale tramlijnen die nog zouden worden geopend. Door de toenemende concurrentie van de autobusdiensten werden in de jaren dertig vele tramlijnen opgeheven. De lijn tussen Zutphen en Deventer functioneerde nog tot 1944.
Het tramstation in Gorssel, gebouwd in 1926, herinnert nog aan het stoomtramverleden van deze regio. Het is een opvallend gebouw, opgetrokken in een voor die dagen al tamelijk ongebruikelijk geworden chaletstijl, die goed aansluit bij de rustieke groene omgeving. De gevels zijn in vakwerk uitgevoerd. De aan de vroegere spoorzijde ver overstekende kap rust op houten kolommen. Ook de topgevels zijn in vakwerk uitgevoerd en bovendien voorzien van sierspanten.
In 2011 is het Gorsselse tramhuis gerestaureerd en uitgebreid. Het dient als onderkomen voor de Oudheidkundige Vereniging De Elf Marken.