Strijkglas
In 2004 deed Ben de Graaf een zeldzame vondst bij het bouwrijp maken van de Molengronden. Een glazen afgeplatte bol van een decimeter in doorsnee, waarschijnlijk gebruikt voor het strijken van textiel.
De Molengronden waren vanaf de middeleeuwen in gebruik als afvalstort. Toen besloten werd daar een nieuwe woonwijk te bouwen, werd alles afgegraven en schoongemaakt. Daarbij zijn veel vondsten gedaan, onder andere door Ben de Graaf. Hij was over deze vondst zeer enthousiast. Zoals hij schreef in zijn boek ’25 jaar Bodemonderzoek in Lochem, 2010’:
‘In de laatste fase van de ontgronding van de Molengronden 2004 is mijn grote wens bewaarheid. In een bult afgegraven grond vond ik een prachtig gaaf strijkglas. De glazen werden in het begin van de 17″ eeuw gebruikt als voorloper van de strijkbout. [ ] Het is opvallend dat er zo weinig glazen gevonden worden terwijl er in de Gouden Eeuw toch wel veel rijke burgers waren. Hier in Lochem was dat natuurlijk niet het geval, hoewel er toch wel aardig wat notabelen waren. Deze steen was veel gebruikt want de bolle kant was een stukje afgesleten. Het glas is prachtig geïriseerd. Als we een vergelijking maken met een stad als Amsterdam, waar er vier gevonden zijn (geregistreerd) tot ca. 1990, dan is deze vondst zeldzaam.’
Toelichting
Een strijkglas of strijksteen (Duits: Gnidelstein, Plättstein of Glattstein; Engels: Slickstone) is een massief schijfvormig stuk glas met een afgeplatte zijde en een bolle zijde. Het is gemaakt door een bol met een dikke wand te blazen en die vervolgens op een plaat in te drukken. Dat levert een ‘navel’ op die ook dient om de strijksteen te kunnen hanteren. Er zijn ook exemplaren bekend met een steel. Ze zijn ook in verschillende diktes en bolling aangetroffen. Het gewicht is rond de 0,3 tot 0,6 kg. Vorm volgt functie: hij moet goed in de hand liggen en de juiste maat voor de specifieke toepassing.
Bovenzijde strijkglas met ‘navel’
Over de precieze gebruik van ‘strijkglazen’ is daarom nogal wat discussie. Ze zijn in verschillende vormen en groottes in heel (west) Europa aangetroffen. Mogelijk zijn ze al door de Romeinen gebruikt, maar hier stammen de eerste vondsten uit de Vikingen tijd, de 10e eeuw (gevonden in Noord Duitsland en Scandinavië als bijgift in vrouwengraven). Ze zijn tot in de 19de eeuw gebruikt.
Bij de Vikingen werd hiermee wol ‘gestreken’, waarbij vet werd gebruikt om stoffen waterdicht te maken.
De opkomst van linnen (uit vlas) heeft het latere gebruik van strijkglazen gestimuleerd, neemt men aan. Linnen kreukt bij het wassen. Het nog vochtige textiel werd zo gladgestreken. Hierbij moet vooral gedacht worden aan textiele blikvangers zoals mutsen, kanten kragen, manchetten etc.
Ze bleven lang in gebruik ook nog toen ‘strijkijzers’ in zwang kwamen vanaf de 17de eeuw. Voor speciale toepassingen waren ze waarschijnlijk beter (geen scherpe hoeken voor teer materiaal, kantwerk?). Ze zijn tot recente tijden nog op Marken gebruikt om de klederdrachtkappen glad te strijken. Men noemt ze daar likglazen.
Gebruikswijze strijkglas, Elsner 1989
Het glas werd niet voorverwarmd. Door het gebruik zal het wel wat opgewarmd raken. Het wordt ook wel ‘glansglas’ genoemd, omdat stof gaat glanzen als je maar lang genoeg strijkt.
Daarbij werd waarschijnlijk een klein strijkplankje gebruikt dat hier nooit is aangetroffen maar wel in Scandinavië gevonden. Er zijn glazen gevonden met een steel maar het merendeel is zonder. Mogelijk dienden die voor andere toepassingen waar meer kracht bij gezet moest worden?
Andere toepassing van dergelijke voorwerpen is mogelijk het fijnwrijven van kruiden, zout en medicijnen. Het werd dan ‘pletglas’ genoemd. En specifiek werden ze gebruikt om pigmentpoeders fijn te wrijven en met olie te mengen door schilders die hun eigen verf maakten. In die toepassing treft men ze nog steeds aan, met steel en een merendeels vlakke bodem (glasloper, glasmortier, glass muller, pigment grinder).
Kunstschildersmaterialen MartinBrinkhuis
Literatuur
Graaf, B. de, 2010, ‘Vijfentwintig jaar Bodemonderzoek in Lochem binnen en buiten de grachten’ , Historisch Genootschap Lochem, Laren, Barchem
veel informatie over strijkglasvondsten en interpretatie daarvan in:
Frederik De Kreyger, 2011, ‘Strijkglazen in de Lage Landen. inventarisatie en analyse voor Nederland en Vlaanderen’, master thesis studie archeologie, Universiteit Gent
verder
Egbert Dikken, 2011, ‘Strijkglazen’, https://oudekerstversiering.nl/history/glas/strijken.htm
Elsner, Hildegard, 1989, ‘Wikinger-Museum Haithabu : Schaufenster einer frühen Stadt‘, Archäologisches Landesmuseum der Christian-Albrechts-Universität – Kiel (Hrsg.)