Markt 3
Voordat in 1982 het nieuwe gemeentekantoor het adres Markt 3 kreeg (en het oude stadhuis Markt 2) stonden op die plek vier panden: Markt 2, 3, 4 en 5.
De panden 2 en 3 hoorden al heel lang bij elkaar als woonhuis en winkel onder één dak. Al op een schilderij van Peter Visser uit de 19e eeuw zijn ze herkenbaar en halverwege de 20e eeuw staan ze er nog hetzelfde bij.
En uit een ansichtkaart van omstreeks 1900 is het viertal panden te selecteren.
Tot 1826 wonen in het gecombineerde pand op nummer 2 en 3 Hendrik Smit en Hendrika Hensen. Zij verkeren in goede doen, hij is landeigenaar. Zeker van 1830 tot 1880 heeft vervolgens Gerrit Jan Nossent er zijn kruidenierswinkel, opgevolgd door Jan Obbes vd Veen en (heel kort) Jan Hendrik van Tongeren. Vanaf 1912 treffen we er koopman Frederik Hendrik Streek aan die later een cementbedrijf aan de voet van de Paasberg begint. Vanaf 1926 heeft Berend Jan Hillebrants er weer een kruidenierszaak. Pas in 1970 verkoopt hij het pand, waar Hendrik Wolters al vanaf 1950 de zaak drijft.
Vanuit de winkel op nummer 2 zie je onder andere het Klepperhuuske aan de overkant van de Markt. Het woonhuis naast de winkel is dan nog slechts als opslag in gebruik; eerst nog voor de kruidenier, maar vanaf zeker moment voor de buurman.
Die buurman is de van oorsprong Zutphense firma van Leonardus Lambertus Dullaert, die omstreeks 1912 een dependance in ijzerwaren en huishoudelijke artikelen is begonnen en daarvoor in de loop van de tijd de nummers 4 en 5 een gezamenlijke winkelpui geeft.
Begin 19e eeuw hebben in de (dan nog) afzonderlijke panden twee schoenmakers hun nering: Marten Pasman op nummer 4 en Winold (Wienholt) Swaters op nummer 5. Markt 4 gaat over in handen van koopman Abraham Joseph Vromen, die in 1882 overlijdt. In 1872 komen we de naam van Egbertus Buisman tegen als banketbakker, samen met zijn zus Lamproza en zijn broer Barend Ragger. Niet helemaal duidelijk is of dat op nummer 4 of 5 is. Maar in 1877 heeft Jan Swaters (inderdaad; een zoon) weer een schoenmakerij op nummer 5. In 1893 begint Johan ten Broeke daar een bakkerij en in 1906 volgt Hendrik Willem Bouwhuis hem op.
Vanaf 1876 is nummer 5 in handen van het echtpaar Abraham Bachrach en Jette Cohen. Abraham is koopman en keurder van de ‘koosjere boter van Fortuin’. Op 25 juli 1910 worden beiden in hun huis gruwelijk vermoord door hun eigen zoon Marcus. Diens broer Jacob Bachrach verkoopt het pand, dat intussen door Pelegrinus Johannes van Winsen is gehuurd voor zijn zadelmakerij, in 1922 aan de firma Dullaert,
Nadat Dullaert eind jaren ‘70 een groot nieuw pand aan de overkant van de Markt heeft laten bouwen verkoopt antiquair Pelle in de oude winkel nog enige tijd kunst en antiek.
Maar de nieuwe fusiegemeente van Lochem en Laren heeft andere plannen met de ‘Dullaert-panden’, waarmee gemakshalve alle vier de panden worden bedoeld. Op deze plek verrijst in 1979-81 een nieuw Gemeentehuis en anno 2023 is dat in gebruik als Stadshuus, de ‘huiskamer van Lochem’.