Indisch Lochem
Ze moeten je in Lochem wel opvallen: de huizen Java, Sumatra, Celebes en Borneo op het kruispunt van de wegen naar Zutphen, Barchem en Zwiep. En dus rijst het vermoeden van een Indische connectie. Hoe zit dat precies en welke Indische verhalen en herinneringen zijn er te vertellen?
Huize Java werd in 1840 gebouwd door de textielfabrikant Hoffman, gespecialiseerd in voor Nederlands-Indië bestemde weefsels. Hij was aanhanger van de ‘Christelijk Afgescheiden Gemeente’ en liet voor deze groepering een kerkzaal bouwen die hij ‘Sumatra’ noemde. Met de bouw van de meisjesschool – het pas veel later ‘Celebes’ genoemde pand – en de villa Borneo had Hoffman geen bemoeienis.
De Indische archipel mag dan op het Nieuwstadsplein in het oog springen, de Indische connectie blijkt er maar flinterdun. Toch is die elders in Lochem volop aanwezig. Toen in 1880 aan de Nieuweweg hotel Stad Lochem verrees, werd er geadverteerd in het Soerabaja’s Handelsblad. Dat riep aangename herinneringen op bij veel Nederlandse en Indische mensen, want ze kenden Lochem nog vanuit hun studietijd aan de Tropische Landbouwschool in Deventer. Ook de oudste broer van Aletta Jacobs hielp een handje. Hij was arts in Lochem, maar ging later naar Indië en vertelde zijn kennissen en patiënten hoe aangenaam het er was. Behalve hotels had Lochem ook diverse pensions voor Indische verlofgangers, zoals de nummers 38 tm 42 van de Nieuweweg met hun Indische serres en veranda’s. Fabrikant Hoffman bouwde huize Java. Hotel Stad Lochem aan de Nieuweweg adverteerde in het Soerabaja’s Handelsblad.
De voorkeur voor Lochem was zo groot dat men, na het vergaren van een kapitaaltje, een permanente woning in Lochem zocht. Personeel was geen probleem, want dat nam men mee uit Indië. Fabrikant Naeff bouwde Nieuweweg 7, 8 en 10 speciaal voor de verhuur aan Indische mensen. Maar men bouwde ook zelf en koos dan echte Indische namen als Pondok, Iled (Deli omgekeerd en later de jeugdherberg aan de Nieuweweg), Djapara, Roemah Senang Sekali. Soms was het moeilijk om zo’n kapitaaltje in stand te houdenen dan was armoe troef. Dat was kennelijk geen uitzondering, want de Nieuweweg werd door de Lochemers wel uitgemaakt voor ‘blikkenschooiersbuurt’, omdat goedkoop blikvoedsel nog net betaalbaar was. De totale invloed van de Indische intocht was echter positief, getuige de promotiefilm die het Verfraaiingsgezelschap in 1933 maakte van Lochem. Die film werd in het voorprogramma, voor de hoofdfilm, in de Nederlandse bioscopen gedraaid, maar ze werd ook naar alle Nederlandse clubs in Indië gestuurd.