Familie Fortuin – Vleeschhouwer
Op 28 september 2022 zijn op het adres Walderstraat 8 in Lochem zes Stolpersteine gelegd voor:
Abraham (Arthur) Fortuin (49 jaar), vermoord 31 oktober 1943 in Oost-Europa
Rosette Fortuin-Vleeschhouwer (43 jaar), vermoord 5 november 1942 in Auschwitz
Mozes Abraham Fortuin (22 jaar), vermoord 28 februari 1943 in Dorohucza
Herman Ezra Fortuin (22 jaar), vermoord 14 mei 1943 in Sobibor
Mirjam Rachel Fortuin (17 jaar), vermoord 5 november 1942 in Auschwitz
Jacob Juda Fortuin (10 jaar), vermoord 5 november 1942 in Auschwitz
De geschiedenis van de familie Fortuin
Abraham (Arthur) Fortuin was een kleinzoon van de stamvader van de Lochemse familie Fortuin: Abraham Mozes Fortuin (1844, Lochem), koopman, winkelier en prominent lid van de Joodse gemeenschap in Lochem. Stamvader Fortuin was ‘parnassijn’ (bestuurder) en gedurende een halve eeuw voorzitter van de Israëlische Gemeente en één van de initiatiefnemers van de bouw van een nieuwe synagoge aan de Westerwal in 1865. Daarnaast was hij vele jaren lid van de gemeenteraad en geruime tijd wethouder. ‘Zijn’ ambtenaren droegen hem op handen, want hij bleef heel loyaal aan hen.
Deze Abraham Mozes Fortuin was getrouwd met Rozette Cohn. Hun zoon Mozes trouwde met Marianna van Gelder. Zij kregen drie kinderen, Abraham (1893), die ook wel Arthur genoemd werd en in dit verhaal centraal staat, Reini Coroline (1894) en Ernst Otto (1920).
Grootvader Abraham Mozes was in 1898 aan de Walderstraat 8 een atelier begonnen waar hij elastieken bretels, jarretels en sokophouders maakte. De familie woonde ernaast op nummer 6. Het atelier – of ‘de fabriek’ zoals zij het zelf noemden – bood werk aan zeker tien naaisters met moderne trapnaaimachines en ook nog eens aan een aantal thuisnaaisters. Vertegenwoordigers bezochten per fiets de grote winkels en sloten contracten af, zoals met modehuis Gerzon.
Grootvader Abraham Mozes overleed in 1915 en vader Mozes nam de fabriek over.
In 1926 droeg vader Mozes de dagelijkse leiding over aan zijn zoon Arthur (geboren Abraham) waar het hier over gaat. Vader Mozes bleef wel vennoot van de fabriek, maar verhuisde in 1929 met zijn vrouw Marianne naar Hilversum, waar ook dochter Reina woonde.
Het gezin van Arthur Fortuin
Arthur trouwde in 1920 met Rosette Vleeschhouwer. Het echtpaar kreeg vier kinderen: de tweeling Mozes Abraham en Herman Ezra, Mirjam Rachel en Jacob Juda. Zij woonden eerst in ‘Bella Vista’, Stationsweg 24, waarna zij zich vestigden op Walderstraat 8.
Na verloop van tijd keerden Vader Mozes en moeder Marianne vanuit Hilversum terug naar Lochem en vestigden zich op Markt 25.
De bretelfabriek van Arthur kende pieken en dalen. In de dertiger jaren daalde de omzet aanzienlijk en moesten er mensen ontslagen worden.
Dat viel echter in het niet bij het lot dat de familie trof in de Tweede Wereldoorlog. In 1941 werd de fabriek door de Duitse bezetters onder bewind gesteld ‘op grond van de Verordening (…) betreffende de verwijdering van Joden uit het bedrijfsleven’. De Fortuins werden hun fabriek uitgezet; het jaar daarop stierf Arthurs moeder, Marianne van Gelder. Het ergste moest natuurlijk nog komen: de plaquette aan de synagoge geeft aan dat het hele gezin Fortuin – naast Arthur (Abraham) zijn vrouw Rosette en hun kinderen Mozes Abraham, Herman Ezra, Mirjam Rachel en Jacob Juda – tijdens de oorlog werd afgevoerd en vermoord. Sommigen van hen in Auschwitz, anderen in Sobibor en Arthur zelf in onbestemd ‘Midden-Europa’.
Nog drie Lochemse Fortuinen overleefden de oorlog niet. De vader van Arthur, Mozes, ontliep deportatie door onder te duiken in Apeldoorn, waar hij in 1944 overleed op 81 jarige leeftijd. Hij en zijn vrouw zijn later herbegraven in Wassenaar. Op hun grafsteen worden ook Arthur en zijn gezin herdacht. Hun verre Lochemse verwanten Louis Fortuin (1875-1943), koopman, H. Postelweg 17 en Salomon Fortuin (1877-1943), vertegenwoordiger, Markt 20 werden omgebracht in resp. Sobibor en Auschwitz. Daarmee was de familie Fortuin volledig uit Lochem verdwenen. Slechts enkele familieleden die Lochem al voor de oorlog hadden verlaten, overleefden de oorlog.
Mirjam Rachel Fortuin