Familie de Jong-de Jonge en Mozes Fortuin
Op 24 mei 2023 zijn op het adres Markt 25 in Lochem vijf Stolpersteine gelegd voor:
Isaac de Jong (41 jaar), vermoord op 4 juni 1943 in Sobibor
Roseli de Jong-de Jonge (40 jaar), vermoord op 4 juni 1943 in Sobibor
Naomi de Jong (16 jaar), vermoord op 4 juni 1943 in Sobibor
Jochebeth de Jong (13 jaar), vermoord op 4 juni 1943 in Sobibor
Mozes Fortuin (81 jaar), in onvrijheid overleden op 8 oktober 1944 in Apeldoorn
Over Mozes Fortuin en Markt 25
Het pand Markt 25 was oorspronkelijk een fraai, statig, asymmetrisch herenhuis. Het heeft verschillende functies gehad: als kantoor van de Rijksveldwacht, als woonhuis voor twee gezinnen, als zelfbedieningswinkel en momenteel als textielsupermarkt.
Het pand kent een trieste geschiedenis.
Mozes Fortuin was sinds 1915 eigenaar van een fabriekje op Walderstraat 8 waar bretels, jarretels en sokophouders werden geproduceerd. Dit fabriekje was door zijn vader in 1898 gesticht als naaiatelier. Hij woonde met zijn vrouw Marianne van Gelder en drie kinderen op Stationsweg 24, één van de geschakelde herenhuizen die bekend staan als ‘Bella Vista’ aan de tegenwoordige Graaf Ottoweg.
In 1921 verhuisden Mozes en Marianne naar Hilversum, waar ook dochter Reine woonde. Zoon Abraham (Arthur), zijn vrouw en vier kinderen betrokken de woning van Arthur’s ouders aan de Graaf Ottoweg. Na jaren in Hilversum gewoond te hebben verhuisden Mozes en Marianne naar Markt 25 in Lochem. Marianne van Gelder stierf op 28 november 1941 een natuurlijke dood. Zoon Abraham, zijn vrouw Rosette en hun vier jonge kinderen vonden eind 1942 of in de loop van 1943 – wanneer precies is niet bekend – een gewelddadige dood in Polen.
Mozes heeft dit immense verlies nooit kunnen verwerken. Nadat hij was ondergebracht op een onderduikadres bij bakker Starink op Kayersdijk 18 in Apeldoorn zou hij daar, volgens de overlijdensakte van 30 november 1945, op 18 oktober 1944 bezweken zijn aan een hersenbloeding. Maar daar bestaat twijfel over. Gesuggereerd werd dat hij zelf een einde aan zijn leven zou hebben gemaakt. Hij werd illegaal begraven in de tuin van de bakker. Na de oorlog vond Mozes zijn definitieve rustplaats bij zijn vrouw Marianne, op de begraafplaats van Wassenaar.
Over Isaac Salomon de Jong, Roseli de Jong-de Jonge, Naomi en Jochebeth
Op 20 mei 1936 werd het gezin De Jong-de Jonge in de burgerlijke stand van Lochem ingeschreven op het adres Markt 25. Het was afkomstig uit Almelo waar Isaac Salomon de Jong op 28 september 1901 werd geboren. Hij trouwde daar in 1926 met Roseli de Jonge geboren op 16 augustus 1902 in het Drentse Schoonebeek. Ze kregen twee dochtertjes: Naomi (1926) en Jochebeth (1930). In 1937 kocht Isaac, samen met zijn jongere broer Salomon, het woonhuis met pakhuis aan Markt 25. Isaac had een groothandel in levensmiddelen die volgens de regels van de Joodse spijswetten waren bereid. Hij hield zich daarbij vooral bezig met de handel in koosjere roomboter. Dochter Naomi, met haar mulodiploma, werkte in de zaak van haar vader als kantoorjuffrouw.
Het gezin de Jong – de Jonge werd door de Joodse Raad te verstaan gegeven per 1 juli 1942 te verhuizen naar Amsterdam naar een vrijgekomen bovenwoning aan de Kromme Mijdrechtstraat 66 I. Op de Joodse Raad-kaart van Isaac staan, zoals gebruikelijk, ook de namen en geboortedata van de overige gezinsleden vermeld. Opmerkelijk is de notitie daarbij van pleegdochter, Elfriede Häusler, geboren op 16 januari 1923 in het Duitse Duisburg. Begin 1940 was zij haar vaderland ontvlucht voor de terreur van de nazi’s. Na op enkele adressen in het westen van Nederland gewoond te hebben, dacht ze bij het gezin van Roseli en Isaac veilig te zijn.
Tienerdochter Naomi vond in Amsterdam een baan als assistente bij een vertaalbureau in de P.C. Hooftstraat, dat onder toezicht stond van de Joodse Raad, terwijl Isaac medewerker werd van de Afdeling Tewerkstelling Duitsland van diezelfde Raad. Op 27 mei 1943 werd het gezin De Jong – De Jonge naar Kamp Westerbork gedeporteerd, van waar het drie dagen later op transport naar Sobibor werd gezet. Bij aankomst werden Isaac, Roseli, Naomi en Jochebeth onmiddellijk vermoord.
Elfriede heeft de oorlog overleefd. Uit de naoorlogse administratie van het Roode Kruis blijkt dat zij enige tijd werkzaam was bij het Centraal Israëlitisch Ziekenhuis in Amsterdam. Uiteindelijk nam ze de wijk naar Israël.
- Isaac Salomon de Jong
- Roseli de Jong-de Jonge
- Naomi de Jong
- Jochebeth de Jong
Uit het poesiealbum van Uk Garrels (in beheer bij Marjolijn Muntinga).