De Hottinger-atlas
Omstreeks 1787 hebben de militaire ingenieurs Wollant en Van der Wijck de stad Lochem en omgeving in kaart gebracht. Hun kaart maakt deel uit van de grote kaartenserie die bekend staat als de Hottinger-atlas.
De kaarten in de Hottinger-atlas zijn uit militaire overwegingen vervaardigd. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) en de jaren daarna waren de krijgshandelingen voornamelijk gericht op het veroveren van vijandelijke en de verdediging van eigen vestingsteden en schansen. In de jaren daarna verschoven de krijgshandelingen echter steeds meer in de richting van een strijd tussen grote legereenheden te velde. Door deze veranderingen ontstond er bij de militaire overheid een toenemende behoefte aan gedetailleerde terreinkaarten. Zo schreef Du Moulin, Directeur-Generaal van het Corps Ingenieurs in 1786: “Hoe zich een Commanderende Generaal belast met de verdeediging van eenig gedeelte van s’Lands frontieren, hoe zich een Quartiermeester Generaal ooijt zullen kunnen redden, indien zij onvoorsien waaren van de instructiën, welke caarten en memoriën kunnen verschaffen. In dit doorgaans so gebroken Landt is de zeekerste en meest gegronde kennis van al het locale van een oneindige consequentie bij elk mouvement van een vijandt of van onse zijden”.
Deze ontwikkeling leidde in het laatste kwart van de achttiende eeuw tot de vervaardiging van de Hottingerkaarten. Deze serie van 118 handschriftkaarten omvat grote delen van Gelderland en Overijssel en kleinere delen van Drenthe en Groningen. De kaarten werden vervaardigd door verschillende militaire ingenieurs, maar staan bekend onder de naam van de van oorsprong Zwitserse kapitein-ingenieur J.H. Hottinger, die in de laatste fase van de kartering de leiding over de werkzaamheden had.
De vervaardiging
De vervaardiging van de Hottinger-kaarten gebeurde in vier stappen. Tussen 1773 en 1783 werden als eerste stap de grote rivieren en een strook van ongeveer vijf kilometer aan weerszijden in kaart gebracht. De Waal, Rijn en IJssel hebben door de eeuwen heen een belangrijke rol gespeeld in de verdediging van ons land tegen vijandelijke aanvallen. Door gebruikmaking van de natuurlijke barrière die door deze rivieren werd gevormd kon een vijand voor kortere of langere tijd verhinderd worden binnen te dringen in het kerngebied van ons land. In het militair-strategische denken hebben deze waterwegen dan ook altijd een vooraanstaande plaats ingenomen en is veel aandacht besteed aan het verhogen van de verdedigingswaarde ervan. Deze verdedigingswaarde werd versterkt door vestingen en schansen, zoals de vestingsteden Zutphen, Doesburg, Arnhem en Nijmegen.
Als tweede stap volgde tussen 1785 en 1787 de kartering van de Achterhoek, Liemers en Salland. Tussen 1788 en 1792 gebeurde dat vervolgens met het oosten van Twente en het gebied langs de oostgrens van Drenthe en Groningen en tenslotte karteerden de militaire ingenieurs tussen 1792 en 1794 de stad Groningen en omgeving.
De kaart van Lochem
De kaart waarop Lochem wordt afgebeeld is onderdeel van de tweede fase van de werkzaamheden. Hij omvat een gebied van ongeveer 10,5 bij 7 kilometer. De Hottinger-kaarten zijn allen getekend op de grote schaal van honderd roeden op één Rijnlandse duim (1 : 14.400). De kaart levert een schat aan informatie op over de stad Lochem en omgeving, zo’n tweehonderd vijfentwintig jaar geleden. Als vesting speelde de stad toen al geen rol meer. De dubbele grachten waren gedempt en vervangen door een enkele. De laatste poort werd omstreeks 1800 afgebroken. De stenen bebouwing in de stad (rood gekleurd) was nog beperkt. Veel gebouwen, waaronder naar mag worden aangenomen de twintig boerderijen die nog in de stad lagen, waren van hout of ander materiaal. Ten noorden van de stad kronkelde de Berkel, die ondanks de vele ondiepten nog een belangrijke rol in de transport van goederen speelde. Van het Twente kanaal was toen nog geen sprake, dat zou pas in de twintigste eeuw worden aangelegd.
Ten zuidwesten van Lochem lagen uitgestrekte heidevelden en venen. Deze waren vermoedelijk in het verdere verleden ontstaan door overbegrazing door vee en schapen. In die leegte lag de Wildenborch, die enkele jaren voor de werkzaamheden van de militaire ingenieurs in handen van het geslacht Staring was gekomen. De wegen rond de stad waren nog onverhard. Pas in 1841 zou de grintweg van Zutphen langs Lochem naar Goor tot stand komen, waardoor een paard en wagen minstens vier maal zoveel konden vervoeren als voorheen en de vrachtprijzen sterk daalden. In 1850 volgde de grintweg Deventer-Lochem-Borculo-Groenlo.
De Franse kaarten
De kaart van Lochem en omgeving is als een van de kaarten opgenomen in een nieuw uitgegeven atlas met als titel ‘Kaarten van Gelderland’. Deze bestaat uit een tekstgedeelte en 23 kaarten van de Achterhoek, de Liemers en het gebied rond Nijmegen, Arnhem en Deventer. Zeventien daarvan zijn kaarten uit de Hottinger-atlas. Weliswaar zijn deze kaarten al eerder, in 2003, in een atlas uitgegeven, maar deze is al geruime tijd uitverkocht. Bovendien zijn de kaarten daar in gefragmenteerd opgenomen. In de nieuwe atlas worden zij in hun geheel getoond. Daarnaast bevat de atlas zes kaarten uit de Franse militaire archieven. Deze laatste kaarten hebben de aanleiding voor mij gevormd deze atlas uit te geven. Bij mijn onderzoek in het Château de Vincennes, de bewaarplaats van de Franse militaire archieven, trof ik daar een aantal fraaie en zeer gedetailleerde kaarten aan van de Achterhoek en Liemers. Deze kaarten zijn in 1812-1813 onder leiding van Franse militaire ingenieurs vervaardigd.
Bij de eerder kartering van de Achterhoek en Liemers door de Nederlandse ingenieurs was om onbekende reden een brede strook langs de grens met Duitsland niet in kaart gebracht. In het begin van de negentiende eeuw werd gewerkt aan de vervaardiging van een gedrukte kaart van het gehele land, de kaart die bekend staat als de Krayenhoff-kaart. Deze kaart zou de eerste meetkundig betrouwbare kaart van het gehele land worden. Bij het vervaardigen van deze kaart was een probleem ontstaan. De gedrukte kaart werd gebaseerd op bestaande detailkaarten, waaronder voor Oost-Nederland de Hottinger-kaarten. Men kwam toen tot de ontdekking dat er geen Hottinger- of andere detailkaarten van deze strook langs de grens beschikbaar waren. Om de Krayenhoff-kaart te kunnen voltooien moest het gebied alsnog worden gekarteerd. Dit speelde zich af in de periode dat Franse en Nederlandse militaire ingenieurs, onder leiding van d’escadron d’Epailly – ons land was toen bij Frankrijk ingelijfd – bezig waren Drenthe in kaart te brengen. Een aantal van de daar werkzame ingenieurs kreeg opdracht met spoed kaarten van het ontbrekende gebied van de Achterhoek en Liemers te maken. Hun werkzaamheden in 1812-1813 resulteerden in acht kaarten van de ontbrekende strook. Van deze acht Franse kaarten zijn vier ervan twee aan twee in de nieuwe atlas opgenomen, zodat het aantal kaarten daar in beperkt blijft tot zes.
Belangstelling?
De atlas heeft een formaat van 33,5 x 24 cm (h x b). Hij bevat 23 kaarten en een tekstboek van 16 bladzijden, gezamenlijk in een omslag. De kaarten hebben een formaat van 33 x 65 cm. Zij zijn tweemaal gevouwen in de omslag opgenomen. De atlas kan besteld worden bij de auteur, bij voorkeur per e-mail (versfelt1@kpnplanet.nl), onder vermelding van uw adresgegevens (naam, straat, postcode, woonplaats) en het aantal bestelde exemplaren. U kunt ook per post bestellen (H.J. Versfelt, Julianalaan 1, 9461 BR Gieten) De prijs van de atlas, inclusief verzendkosten, bedraagt € 28,50. Voor verdere informatie zie de website: versfelt-topografische-kaarten.nl
Noten
- 1 Nationaal Archief, Raad van State, Ingekomen stukken inv.nr. 1140, 10.3.1786; De gehele kaartenserie is in 2003 als atlas uitgegeven (H.J. Versfelt, De Hottinger-atlas van Noord- en Oost-Nederland, 1773-1794, Groningen 2003)
- 2 C.A.O. Schimmelpenninck van der Oije, Over stad en scholtambt Lochem, 1233-1983, waarin; J.A.J. Vervloet, 86,87, G.B. Janssen, 104,130-132, G.J. Schutten, 147,152,153
- 3 Bibliothèque de Service Historique de l’Armee de Terre, O 15.4.7.D.208. Voor een volledig overzicht waarop de terreingesteldheid en andere relevante gegevens worden weergegeven zie de atlas: H.J. Versfelt en M. Schroor, De Franse kaarten van Drenthe en de noordelijke kust 1811-1813, Groningen 2001, Bijlage I, 36,37 en Legenda, 82,83.
- 4 Bibliothèque de Service Historique, Correspondentie archief 3-M-383. Een kopie van dit correspondentie archief is aanwezig in het Drents Archief te Assen.