Bronzen holle bijl, gevonden in Verwolde
“Door een landbouwer in Verwolde, gemeente Laren, is bij de ontginning van heidegrond op ongeveer een halve meter diepte een bronzen celt gevonden.”
Bronzen holle bijl, ook wel kokerbijl of Celt genoemd
- late bronstijd (1200 – 800 v.Chr.)
- lengte 13 cm, grootste breedte 5 cm.
- gevonden bij de ontginning van een heideveld bij Verwolde rond 1925
In het tijdschrift ’Archief Oudheidkundige Vereniging de Graafschap’ verscheen in het eerste nummer van 1926 daarover een kort stukje van de auteur G.L.:
“EEN MERKWAARDIGE VONDST.
Door een landbouwer in Verwolde, gemeente Laren, is bij de ontginning van heidegrond op ongeveer een halve meter diepte een bronzen celt gevonden. Het voorwerp heeft een holte, waarin een knievormig gebogen steel kon worden aangebracht, welke door middel van touw of boombast aan het oog bevestigd werd. De celt (de c uitspreken als c) ziet er nog bijzonder gaaf uit en is versierd met twee boven elkaar geplaatste dubbele banden (touwmotief).
Uit ingewonnen inlichtingen bij prof. Holwerda te Leiden blijkt ons, dat een dergelijke bijl vermoedelijk een gebruiksvoorwerp is geweest. De dateering er van is nog betrekkelijk dubieus. Gewoonlijk stelt men dezen vorm vóór 500 na Chr., naar alle waarschijnlijkheid zullen ze nog veel later in gebruik zijn geweest.
Buitengewoon zeldzaam zijn ze niet, ze worden overal op onze zandgronden sporadisch gevonden. Toch is deze bijl in zooverre voor ons merkwaardig, omdat het de eerste is van dien aard, die in de Graafschap gevonden is. Het voorwerp is door onze vereeniging (oudheidkundige vereniging De Graafschap) aangekocht tegen een prijs, welke in overleg met prof. Holwerda is vastgesteld.”
De bijl, met de verdere collectie, is in 1960 bij het opheffen van de oudheidkundige vereniging, vanuit de meester Heuvelstichting in bruikleen gegeven aan het Stedelijk Museum Zutphen. In 1977 bleek hij daar uit het depot verdwenen te zijn.
Gelukkig was de vondst belangrijk genoeg om al onderzocht, beschreven en getekend te zijn. Zodoende hebben we de detail informatie over het voorwerp nog wel [Butler 2003]. Ook is er nog de foto bij de publicatie.
De kokerbijl ontstond in de midden bronstijd en verdrong andere typen bronzen bijlen. Ze worden in heel Noordwest Europa aangetroffen en zijn deels ook lokaal geproduceerd te zijn. De meest Nederlandse vondsten zijn in Oost en Noordoost Nederland. De versiering is erg gevarieerd en er lijken opvallende karakteristieken aan te wijzen. Deze bijl uit Verwolde heeft overeenkomsten met meerdere vondsten uit het aangrenzende deel van Westfalen en Nedersachsen. Karakteristiek is daarbij de dubbele band die ook door het oog gaat. Maar het blijkt toch moeilijk om daarmee een regio aan te wijzen waar hij van afkomstig zou kunnen zijn.
De vorm, de kokerholte en het oog zijn helemaal geoptimaliseerd voor een goede bevestiging en voorkomen dat hij zou losschieten tijdens het gebruik. Zie de afbeelding.
Met dank aan Tonny Roeterdink van de Studiekring Meester Heuvel en de Larense Heuvel Werkgroep.
Literatuur
- Butler J.J. and Steegstra H. 2003/2004. Bronze Age metal and amber in the Netherlands (III:IIb): Catalogue of the socketed axes. Part B. Palaeohistoria 45/46, 197300.
- Fontijn D. R., 2003, Sacrificial Landscapes, ‘Sacrificial landscapes: cultural biographies of persons, objects and ‘natural’ places in the Bronze Age of the southern Netherlands, c. 2300-600 BC.’ Analecta Praehistorica Leidensia 33/34, 2003 (thesis Leiden 2002)
- G.L., ‘Een merkwaardige vondst’, Archief Oudheidkundige Vereniging ‘de Graafschap’, 1, 1926: p. 126 (G.L. staat waarschijnlijk voor de Larense dierenarts en amateur-folklorist G. Langeler (1884-1960). Hij zat in het bestuur van De Graafschap als archivaris-bibliothecaris en heeft ook regelmatig over allerlei onderwerpen gepubliceerd.)
Noot: De nu verouderde term ‘celt’ of ‘kelt’, werd in het algemeen gebruikt voor een prehistorische bronzen bijl of beitel. Aangenomen wordt dat de term ontstond omdat die voorwerpen aan de Kelten (Lat. Celtae) toeschreef. Maar de oorsprong kan ook liggen bij de incorrect als Latijn geziene term ‘celtis’ wat beitel zou betekenen betekent.