138 jaar OV-verbinding Deventer-Laren-Lochem-Borculo

Al sinds 1885 bestaat er een verbinding van het openbaar vervoer tussen Deventer en Borculo, waarbij ook de kernen van Epse, Harfsen, Laren, Lochem en Barchem worden aangedaan. Dat is in OV-land, uitgezonderd de trein natuurlijk, best een bijzonderheid te noemen !

Aanleiding
Er is verkeer nodig tussen Deventer en de Noordoostelijke Achterhoek en Zutphen voor het vervoer van koloniale waren, manufacturen, uit Deventer. Er zijn tal van vrachtwagens voor nodig, maar ook het personenvervoer is niet onbelangrijk. Tevens wordt verwacht dat met de oprichting van het Berkel-waterschap de gronden droger zullen worden en een hogere opbrengst zullen opleveren die ook weer moet worden afgevoerd”.
Met die redenering stelde op 15 december 1881 de Afdeling Lochem-Laren van de Maatschappij ter bevordering van Nijverheid voor een lening van 4000 gulden te verstrekken voor de aanleg van een stoomtram tussen Deventer en Borculo. Op 7 juni 1884 werd de maatschappij GOSM opgericht: de Geldersch-Overijsselsche Stoomtram Maatschappij, met zetel te Lochem. Na ruim een jaar kon op 22 augustus 1885 de lijn feestelijk worden geopend, waarna vanaf 26 augustus het reizigersvervoer plaatsvond. De lijn had een totale lengte van 32,8 km, en er werd gereden op een spoor met breedte 1,067 meter (dit wordt ‘kaapspoor’ genoemd, in tegenstelling tot het ‘normaalspoor’ waarop de treinen rijden, i.e. 1,435 meter).

 

Uit een dienstregeling uit het jaar 1914 kan worden afgeleid dat de tram op een werkdag 7 ritten in beide richtingen reed, en op vrijdag nog een extra rit vanwege de marktdag in Deventer. Omdat met een gangetje van 15 à 20 km/uur werd gereden duurde de totale rit liefst ca. 1 uur en 50 minuten, je moest geen haast hebben in die tijd ! De snelle aanleg van de lijn had ook zo zijn keerzijden: veelvuldig liepen de trams uit de rails en was er sprake van defecten aan de tram of de rails. Enkele malen moest er door de maatschappij worden overgegaan tot het sluiten van extra leningen om deze reparaties te bekostigen. Dit was natuurlijk niet bevorderlijk voor de winstgevendheid van de onderneming.

Behalve voor het vervoer van personen werd de lijn vanaf het begin ook gebruikt voor het vervoer van goederen. Er werden dus ook talloze goederenwagens aangeschaft. Het onderhoud vond plaats in de eigen werkplaats in Lochem. Behalve in Lochem waren er ook remises in Deventer en Borculo.

Route
Vanaf een eigen station aan het Pothoofd in Deventer ging het tramspoor van de GOSM naar Epse en volgde vandaar de weg naar Harfsen. Eigenlijk overal waar nu fietspad is lag toen het tramspoor; soms maakt het fietspad een flauwere bocht of heeft het een flauwere helling dan de weg en daaraan is dan het verloop van de tramlijn af te lezen. In Laren was een ‘wisselplaats’, waar de trams in beide richtingen elkaar konden passeren.
Verder ging het naar Lochem, waar de (inmiddels vervangen en verlegde) brug over het Twentekanaal voorzien was van tramspoor. Aan de vlakkere helling van het fietspad vlak daarvoor en aan de aparte brug over de Berkel daarna is de route van het spoor weer goed te herkennen.

Dat de tram over de Tramstraat reed zal geen verrassing zijn. Langs de fabrieken van Naeff en van De Graafschap ging de lijn vervolgens over de Nieuweweg en maakte een scherpe bocht naar de Zwiepseweg, achter het hoekhuis langs.

Omdat de Lochemseberg een obstakel vormde voor de niet-zo-krachtige tram, werd er buiten de stad met een omweg door boerenland en veld gereden (de zgn. ‘Kiezak’), en vervolgens kwam de tram met een scherpe bocht op de Barchemseweg om langs de weg via Hotel De Dollehoed (nu: Hotel Bonaparte) naar Barchem te rijden en door naar Borculo, waar de tram zijn eindpunt had op het voorplein van het GOLS-treinstation (station op de lijn Doetinchem – Ruurlo – Borculo – Neede – Haaksbergen – Hengelo).

In 1923/1924 werd het routegedeelte vóór de Lochemseberg aangepast: de ruime bocht van de ‘Kiezak’ werd afgesneden, en er werd een verdiept spoorgedeelte aangelegd om de Barchemseweg te kruisen, om daarna met een minder scherpe bocht naar links richting de Barchemseweg te rijden. Dit verminderde de kosten doordat de reistijd korter was en er zwaardere ladingen konden worden meegenomen.

Haltes en hotels
Langs de route van de tram waren natuurlijk stations en haltes, bij sommige waarvan ook logies werd geboden. De Pessink in Epse, de Valk in Lochem, de Dolle Hoed tussen Lochem en Barchem en Meilink in Barchem waren daar voorbeelden van. Maar ook overigens was het traject van de tramlijn een gezochte locatie voor hotels en pensions, zoals langs de Nieuweweg en de Zwiepseweg in Lochem.

Ontwikkeling in de tijd

De lijn was vanaf het begin geen ‘vetpot’, de opbrengsten waren nauwelijks genoeg om de kosten te dekken. Toen vanaf ca. 1900 meer goederenvervoer plaatsvond, werd de situatie wat beter. Dat had ook positieve gevolgen voor de lijn zelf: in 1907 kon men overgaan tot baanvernieuwing en –verzwaring. Dat had positieve gevolgen voor de kwetsbaarheid van de lijn, en men kon de reistijd terugbrengen tot 1 uur en 32 minuten.

Aan het eind van de 1e Wereldoorlog (zomer 1918) hing het voortbestaan aan een zijden draadje omdat door de oorlogsomstandigheden een lonende exploitatie bijna onmogelijk was. Met behulp van overheidssubsidies en een renteloos voorschot lukte het de lijn toch te behouden.

Erg profijtelijk werd het echter nooit: het aantal reizigers was meestal beperkt en af en toe waren er tegenslagen te verduren, zoals de overstromingen van de IJssel in 1920 waardoor 20 dagen lang geen vervoer plaats kon vinden tussen Deventer en Laren.

Hoewel 1925 een zeer goed jaar was vanwege de toeristische belangstelling na de cycloon-ramp in Borculo, bleef het sukkelen. Wat ook niet hielp was de opkomst van de autobus, die veel flexibeler kon worden ingezet en, mede door de verbeterde staat van het wegennet, een steeds beter gewaardeerd vervoermiddel werd.

Met ingang van 20 april 1931 werd de reizigerstramdienst nagenoeg gestaakt, alleen op vrijdag (Marktdag) bleven nog twee tramparen rijden tussen Deventer en Harfsensche School (tot september 1944).

Het vervoer van goederen bleef nog wel doorgaan. Hier kwam pas een einde aan toen de brug over het Twentekanaal in 1944 door oorlogshandelingen werd vernietigd. Op 19 september 1944 kwam er derhalve een definitief einde aan het rijden per stoomtram tussen Deventer en Borculo.

De tramrails van de lijn Deventer – Borculo werden in 1948 opgebroken en op 20 augustus 1954 werd de onderneming GOSM definitief geliquideerd.

Het busvervoer

Na het stoppen van het vervoer per stoomtram werd de dienstregeling overgenomen door een autobus. Dit geschiedde onder auspiciën van de in 1881 opgerichte Geldersche StoomTramweg Maatschappij (GSTM), dat in de loop van de jaren van het bestaan al talloze andere exploitanten van stoomtramlijnen had overgenomen en dus in 1931 ook de lijn van de GOSM overnam. In 1934 werd de naam gewijzigd in GTW (Geldersche TramWegen).

Met uitzondering van een aantal oorlogsjaren, waarin alle beschikbare bussen werden gevorderd door de Duitsers, bleef de verbinding Deventer – Borculo tot en met 2021 in stand.

In Deventer kon, en kan, worden overgestapt op vele stads- en streeklijnen én op de trein, in diverse richtingen.

In Borculo kon tot in de jaren ’80 soms worden doorgereden naar Eibergen, Groenlo en/of Rekken (op dezelfde lijn), maar in de jaren ’90 werd Borculo het definitieve eindpunt. Wel kon en kan in Borculo worden overgestapt op andere lijnen naar Ruurlo, Neede/Eibergen, Neede/Haaksbergen en Goor.

Door overnames, fusies en het systeem van aanbestedingen veranderde de busmaatschappij gedurende deze periode van naam, maar de lijn veranderde niet of nauwelijks. Sinds 2005 rijdt de bus niet meer via het centrum maar neemt vanaf Laren een route via de Rondweg-West, de Zutphenseweg en de Barchemseweg naar Barchem/Borculo.

Wat wel veranderde in de loop van de tijd was de lijnnummering, in vroege jaren komen de nummers 8, 9 en 10 voorbij, in de jaren ’80 van de vorige eeuw komt jarenlang nummer 25 voorbij, en vanaf 1991 tot 2021 is het lijnnummer 56.

In onderstaande tabellen wordt enige informatie gegeven over de naam van de vervoermaatschappij gedurende de jaren, en over het aantal ritten dat op een werkdag gemiddeld in één richting werd gereden.

Tabel 1. Naam van de vervoermaatschappij die de lijn Deventer-Borculo exploiteert

periode            Naam vervoermaatschappij

1881-1934       GSTM
1934-1971       GTW
1971-1977       GTW Streekvervoer
1977-1993       GSM
1993-1997       GVM
1997-1999       Oostnet
1999-2010       Syntus
2010-heden     Arriva

Tabel 2. Gemiddeld aantal ritten in één richting op een werkdag (tabel pretendeert geen volledigheid)

periode            Aantal ritten

t/m. 1937         9
1946-1950      16
1951-1953      17
1953-1956      15
1957-1962      31
1963-1967      24
1968-1969      33-36
1970-1979      30
1980-2000      29
2004-2007      34
2009-2012      35
2013-2021      29
2022               1
2023               12

Uit tabel 2 zijn duidelijk de gloriejaren van de busverbinding te zien: in de jaren ’60 en ’70 maakten het reizigersaanbod en de ruime subsidiemogelijkheden van de overheid een dienstregeling mogelijk waarbij grotendeels 2 keer per uur een bus reed.

Bezuinigingen, de achteruitgang in het reizigersaanbod, mede veroorzaakt door het sterk toenemende autobezit, en het systeem van concessies zorgden er voor dat de dienstregeling verslechterde.

Triest dieptepunt was het opheffen van de lijn op zijn volledige traject in 2022, ondanks fel verzet van de lokale overheid en de Achterhoekse bevolking. Lochem kreeg in dat jaar een (hernieuwde) verbinding met Zutphen, onder het lijnnummer 58.

Gelukkig is in 2023 sprake van een terugkeer van de complete lijn. Weliswaar in een lagere frequentie (1 keer per uur, en in afwisseling met een verbinding Zutphen – Borculo), en met een gewijzigd lijnnummer (57), maar feit blijft dat, met uitzondering van enkele oorlogsjaren en dat ene jaar 2022, al vanaf 1885 een OV-verbinding tussen Deventer en Borculo en de tussenliggende plaatsen bestaat, die de bevolking van Lochem en omstreken veel goeds heeft gebracht.

Geraadpleegde literatuur

(1) H.G. Hesselink Trams en tramlijnen – Stoomtrams in Gelderland Uitgeverij Wyt, Rotterdam, 1977
(2) H. Nieweg Op smalspoor door Oost-Gelderland Uitgeverij E.J. Brill, Leiden, 1976
(3) Joh. W. Montenberg & H.J. Wolters
Hoe Deventer vroeger spoorde Boekhandel van Someren – H. W. ten Bosch, Zutphen, 1966
(4)
De Nederlandse streekvervoerbedrijven Uitgave met medewerking der Nederlandse Vereniging van Transport-ondernemingen te ’s Gravenhage Algemeen Publiciteitskantoor, Amsterdam, 1956
(5) Arjan Ligtenbarg Langs weg & rail – Streekvervoer in Oost-Nederland Uitgave Vereniging Het Museum Winterswijk, 2008
(6) Achterliggende dienstregelingsgegevens welke ten grondslag liggen aan tabel 2 met medewerking van de Autobus Documentatie Vereniging en dhr. Peter Brogt

Youtube
Op  STOOMTRAM GOSM is een rit van Deventer naar Borculo geanimeerd te beleven.