Huize Java, Zwiepseweg 2
Wie Lochem binnenrijdt vanuit Barchem of Zutphen, moet negen van de tien keer stoppen voor het stoplicht op het ‘Nieuwstadsplein’. Dit biedt de gelegenheid om de namen te lezen op de vier hoekpanden, die verwijzen naar de vier grootste eilanden van de Ind(ones)ische archipel. Het oudste en meest monumentale pand van deze vier is Huize Java. Maar wie hebben daar gewoond?
1841-1846: Hoffman
Johan Gerhard Hendrik Hoffmanopent nieuw scherm werd rijk door het weven van katoentjes. In zijn huis, ‘de Pol’, gelegen op het eiland tussen twee takken van de Berkel – met in de ene tak de watermolens en in de andere tak de schutsluis – werkten onder andere kinderen voor hem. Ze verwerkten de garens, afkomstig uit Nederlands-Indië, tot katoenen stoffen.
In 1840 liet Hoffman een monumentaal huis bouwen, compleet met koetshuis en oranjerie, op de nog onbebouwde hoek waar de Zwiepseweg en Barchemseweg de ‘Luchtersteeg’ kruisten. Hij noemde het ‘Java’, ondanks het feit dat hij alleen handel dreef met Indië en er zelf nooit was geweest.
Hoffmans plannen gingen verder. Als ouderling van de Christelijke Afgescheiden Gemeente, een kleine en behoudende kerkgemeenschap, liet hij een ontmoetingsruimte bouwen voor deze gemeenschap, op de tegenovergelegen hoek. Hier kon ook de voorganger wonen; het huis kreeg de naam ‘Sumatra’.
Het liep echter niet goed af met Hoffman. De handel in katoen stortte in, en zijn plannen gingen te ver voor zijn Christelijke vrienden, die hem lieten vallen. Dit vergrootte zijn financiële problemen, en in 1846 verkocht Hoffman Huize Java. Twee jaar later emigreerde de familie naar Amerika.
Sumatra
1846-1878: Passanten
Na het vertrek van de familie Hoffman had Huize Java een reeks bewoners die snel vertrokken of overleden, zonder een blijvende indruk achter te laten in Lochem. Vandaar de bijnaam ‘passanten’.
Van 1850 tot 1856 woonde Marinus Johannes Franciscus Haarsmaopent nieuw scherm met zijn gezin in Huize Java. Net als zijn neef Govert Willem, die later gemeentesecretaris van Lochem zou worden, was hij met een gouden paplepel grootgebracht en kon hij al op jonge leeftijd rentenieren.
Van mei tot oktober 1856 waren de Zutphense Peter Hendrikus Haak, zijn vrouw Jannetje de Haseth en hun zoon Carel Zacharias op Java ingeschreven. Ze vertrokken daarna naar Rotterdam, waarschijnlijk op weg naar Curaçao, waar Jannetje vandaan kwam.
In 1857 trok Jarig Cornelis Mollema naar Lochem. Hij was zout- en zeepzieder geweest in Harlingen en kwam met zijn tweede vrouw naar Huize Java om van zijn pensioen te genieten. Mollema overleed in 1866, en zijn weduwe, Catharina Anna Fontein, vertrok in 1870 uit Lochem.
Jan Koker uit Wijk bij Duurstede was de volgende passant. Hij kwam in 1869 naar Lochem als gemeentesecretaris met Margaretha Geertruida van Setten, Zij vertrokken al in 1871 weer naar diezelfde plaats en hij werd uiteindelijk secretaris in Driebergen-Rijssenburg.
De volgende passant was Johann Balthasar Christiaan Sickesz. Hij was de vader van Cornelis Jacob Sickesz van de Cloese en had ongetwijfeld met zijn tweede vrouw Anna Jacoba Hendrika van Harlingen dicht bij zoon en schoondochter willen wonen. Maar Anna overleed kort na de verhuizing in 1871 en Johann vertrok in 1874 naar Apeldoorn.
Anna Elisabeth van der Wijck, weduwe van hypotheekbewaarder Hermannus Manger Mun(t)z betrok Java in 1874, maar overleed al in 1875.
Huize Java 1890, collectie RAZ
1878-1897: Kerkhoven
Willem Octavius Kerkhoven,opent nieuw scherm die in 1878 in Huize Java kwam wonen, heeft vele voetafdrukken achtergelaten in Lochem. Zo speelde hij een belangrijke rol bij de oprichting van de Remonstrantse kerk aan de Emmastraat. Kerkhoven kocht de grond waarop de kerk werd gebouwd en zijn naam staat vermeld op de plaquette die werd aangebracht bij de opening in 1879.
Kerkhoven was een invloedrijk man en maakte deel uit van een groep liberale burgers, waaronder Sickesz, Naeff en Reerink, die Lochem in die tijd veel vooruitgang brachten. Voor een kleine stad als Lochem waren voorzieningen zoals een gasfabriek, schouwburg, ziekenhuis en volkshuis bijzonder.
Als welvarend man, firmant van de Amsterdamse firma Kerkhoven en Co., financierde hij de Vennootschap die later bekend werd als de Lochemsche Bouwvereeniging. Deze vereniging speelde een grote rol bij de ontwikkeling van villawijken langs de Nieuweweg en in villapark Berkeloord.
Kerkhoven had ook een connectie met Nederlands-Indië, waar zijn broers Rudolph en Eduard theeplantages bezaten. Zijn zoon Rudolph is de hoofdpersoon in Hella Haasse’s roman “Heren van de Thee”. In 1897 overleed Kerkhoven, drie jaar na zijn vrouw Cecilia Emilia Allegonda Bosscha.
1897-1914: De Crane
Joan Hendrik de Craneopent nieuw scherm vestigde zich in 1895 met zijn vrouw Anna Catharina Sterk Verhorst in Huize Java. Hij was advocaat en procureur. In de eerste jaren van de nieuwe eeuw stond in de regionale kranten regelmatig zijn naam vermeld als verdediger in een rechtszaak of als curator bij een faillissement. Ook speelde hij een rol in de gemeentepolitiek. Voor de Vrijzinnig Democraten zat hij in de Gemeenteraad van Lochem en de Provinciale Staten van Gelderland. Daarnaast was hij via allerlei besturen en commissies betrokken bij de tuberculosebestrijding en de jeugdgezondheidszorg.
Op zijn 45ste gooide hij het roer om. Wellicht was de boedel van zijn vader, die van beroep notaris was, verdeeld. Misschien kon Joan de Crane daarom gaan rentenieren. Zijn ‘rentenieren’ had vooral bestaan uit goede werken voor de maatschappij.
Onbekend is wat de ‘omstandigheden’ waren waardoor het huis te koop werd gezet. Wel was er enige haast bij, want nog maar kort tevoren was in een andere annonce een prijs van 20 mille genoemd.
In 1914 vertrok de familie naar Den Haag en later naar Zeist, waar Joan in 1938 en Anna in 1956 overleed.
1914-1945: Schimmelpenninck van der Oye
Assueer Jacob Schimmelpenninck van der Oyeopent nieuw scherm stamde uit het adellijke geslacht dat in de vijftiende eeuw als aparte tak van de Schimmelpennincks was ontstaan. In de zeventiende eeuw waren een eeuw lang Schimmelpennincks van der Oye kasteelheren op de Cloese. Velen uit zijn familie verkeerden in kringen van het hof, de diplomatie en het (lands)bestuur.
Ten opzichte daarvan lijkt baron Assueer een eenvoudig bestaan als jurist in Lochem te hebben geleid. Maar mede gezien de historische connectie met de Cloese had hij grote belangstelling voor de geschiedenis van Lochem. Dat bracht hem er onder meer rond de viering van 700 jaar stadsrecht in 1933 toe om een complete maquette te maken van de Lochemse binnenstad rond 1600.
In de zomer van 1945 overleed Assueer. Zijn kleinzoon Coenraat Otto Alexander zou bij de viering van 750 jaar stadsrecht eindredacteur worden van het standaardwerk ‘Over stad en scholtambt Lochem 1233-1983’.
Maquette van de Lochemse binnenstad, collectie HG
Borneo en Celebes
We keren terug naar het begin van dit verhaal: de vier eilanden van de Indische archipel. De namen Java en Sumatra zijn verklaard, maar hoe zit het met Borneo en Celebes?
Het huis Borneo werd al in 1853 gebouwd. Hoewel het ook enige tijd ‘Rusthove’ werd genoemd, kreeg het al snel zijn oude naam terug. Er is geen duidelijke Indische connectie te vinden, het lijkt eerder een kwestie van aanpassing aan de omgeving.
Dat laatste geldt in elk geval voor het vierde hoekhuis. Dat werd in 1867 gebouwd als Franse kostschool voor meisjes en werd, via meisjes-MULO, in 1923 ‘Nijverheidsschool voor meisjes’. Zo stond het ook (soms met en soms zonder de toevoeging ‘voor meisjes’) duidelijk op de gevel.
Pas ver na de oorlog is het eerdere plan toch doorgegaan om het pand ‘Celebes’ te noemen. Zonder Indische connectie.
Nijverheidsschool, collectie HG
Vijfde hoekhuis
Het vijfde huis op de hoek, Zwiepseweg 1, heeft niets te maken met de Indische eilanden. Dit huis werd Den Berch genoemd en stond er al voordat Huize Java werd gebouwd. Bij latere bebouwing kon men misschien niet bedenken welk vijfde eiland aan de beurt zou kunnen zijn. De buren van nr. 3 hakten die knoop door en noemden hun huis plagend ‘Vlieland’.
Bronnen:
• De Oostindische buurt in Lochem door G.H. Ligterink, Jaarboek Achterhoek en Liemers 4, 1981.
• De Oude Begraafplaats in Lochem door Eddy ter Braak, Historisch Genootschap Lochem Laren Barchem, 2021.
• Drie villa’s aan de Nieuweweg in Lochem door CeesJan Frank, Land van Lochem, 2012-1.
• Nog meer kleinkinderen van de thee door Tineke Hellwig, Indische Letteren, 1997.
• Diverse bronnen van het internet, onder andere: www.koloniaalerfgoedtevoet.nl/lochem, https://gereformeerdekerken.info/2021/06/12/de-gereformeerde-kerk-te-lochem-1/