Scherven van een prehistorische klokbeker

De scherven zijn gevonden bij opgravingen in 1983 achter huize Beukenstein bij Ampsen door indertijd de werkgroep Archeologie van het Historisch Genootschap Lochem, onder leiding van amateur archeoloog Ben de Graaf. Een aantal scherven bleek nog goed aan elkaar te passen, zodat een gedeeltelijke reconstructie mogelijk was.

Zie een uitvoeriger verhaal over de opgravingen achter Beukenstein .

Onderstaande toelichting op de beker, en de opgravingen op basis krantenartikelen uit juni en november 1983 en een verslag van de opgravingen in OldeLochem nr 3 1984 is samengesteld door Jan Venselaar:

Pre-Drouwener keramische beker scherven uit het vroege tot midden Neolithicum 4000-3400 v.Chr.e

Afmetingen (geschat) hoogte 26 cm, bovendiameter 26 cm; geen versiering en gemaakt van waarschijnlijk lokaal gevonden klei.
In de collectie van Ben de Graaf, Lochem

Aanvankelijk is deze beker toegeschreven aan de klokbekercultuur. Deze kwam op aan het eind van het neolithicum (3500 – 2000 vC) en valt samen met wat elders ook wel de ‘enkelgraf cultuur’ en strijdbijl cultuur’.

De laatste jaren is de kennis over met name het vroege en midden Neolithicum in Nederland enorm toegenomen. Daarmee is recent ook vastgesteld dat deze pot veel vroeger gedateerd moet worden. Een datering grofweg 1e helft van het 4e millennium v.Chr. is waarschijnlijker en stamt dan uit de vroege Trechterbekercultuur (pre-Drouwener fase) of  Michelsbergcultuur. Een toeschrijving aan het zogenoemde Stein-Vlaardingen-complex is ook niet geheel uit te sluiten. Met name ook het ontbreken van versiering en de ruwe afwerking kan daarop duiden.

De nederzetting uit het neolithicum lag op een zandrug in een waarschijnlijk verder moerassig gebied, aan zijarmen van de Berkel. Verder zijn er vondsten gedaan van hetzelfde type zijn als de zogenaamde Vlaardingen cultuur uit het midden-Neolithicum. Lochem is daarmee een oostelijke uitloper van die Vlaardingen cultuur zijn. (3.500 – 2.500 v.C.)

De vroege neolithische culturen, die we met name ook in West Nederland vinden, zijn gekenmerkt door het feit dat ze vaak nog trekken had van een mesolithische jager-verzamelaarssamenleving omdat akkerbouw de drassige gebieden nog moeizaam was. Jacht en visvangst waren ook belangrijk ook omdat vis en kleinwild nog overvloedig aanwezig waren.

De opgravingen door Ben de Graaf met de werkgroep hebben op verschillende locaties bij Ampsen veel meer vondsten opgeleverd uit nog weer andere periodes. Het wijst op de aanwezigheid van diverse nederzettingen, wat laat zien dat de regio al heel lang en continu bewoond is en laat zien dat deze regio ook al heel vroeg bewoond werd. Zie ‘Opgravingen Beukenstein’ voor meer informatie.

Literatuur

  • div krantenartikelen uit 1983 en 1984
  • Archis zaakidentificatie 2021681100, ‘Vondsten Ampsen-Beukenstein’,
  • Beek, R. van, ‘Reliëf in Tijd en Ruimte. Interdisciplinair onderzoek naar bewoning en landschap van Oost-Nederland, tussen vroege prehistorie en middeleeuwen.’ Proefschrift, Wageningen Universiteit 2009.
  • Drenth, E., persoonlijke communicatie Juni 2020.